Menu
Vrije tijd

Leidens Ontzet

In de nacht van 2 op 3 oktober 1574 stort een deel van de verzwakte stadsmuur bij de Koepoort met groot lawaai in.

De Spanjaarden, een uitval en het opkomend water vrezend, vluchten in paniek. De bevolking kan het nog niet geloven. Een kleine jongen, Cornelis Joppensz, sluipt naar de Lammenschans en vindt deze verlaten. De belegeraars moeten zeer overhaast zijn vertrokken want in de schans staat nog een klaargemaakte maaltijd van wortelen, uien, vlees en pastinaken op het vuur, die “hutspot” genoemd zal worden.

Om acht uur in de morgen van 3 oktober komen de Watergeuzen onder bevel van De Boisot met hun vaartuigen via de Vliet de stad binnen en brengen voor de uitgehongerde bevolking o.a. haring en wittebrood mee. Het ontzet is een feit. Het volk stroomt naar de Pieterskerk om God te danken voor de bevrijding van het Spaanse juk. Deze dankdienst is nadien elk jaar opnieuw op 3 oktober in dezelfde kerk gehouden, zelfs gedurende de oorlogsjaren.

Het “wapenfeit” van Leidens Ontzet, waarbij het doorzettingsvermogen van de bevolking en het water de sterkste wapens bleken, was een belangrijke mijlpaal in de strijd om de onafhankelijkheid van de Republiek. Als blijvend monument schonk Prins Willem van Oranje de stad zijn Hogeschool, thans Universiteit, die reeds op 8 februari 1575, vier maanden na het Ontzet, werd ingewijd.

Wilt u meer weten over het Leidens Ontzet?